Onkruidbestrijding in maïs: de lessen van 2020
Om te beginnen: hoe is de onkruidbestrijding in maïs het afgelopen seizoen verlopen?
,,Al met al toch wel wat moeizaam. Een belangrijke oorzaak was de nachtvorst van 13 op 14 mei. Veel telers en loonwerkers waren toen net zo'n beetje toe aan de onkruidbestrijding, maar die is toen uitgesteld om de maïs niet nog een tik te geven. In de droge periode die erachteraan kwam zijn de onkruiden behoorlijk afgehard, waardoor het gaandeweg steeds lastiger werd om de percelen goed schoon te krijgen. Bovendien kregen we in juni te maken met heel warm weer, waardoor de onkruiden ook nog eens een flinke groeispurt maakten. Op een deel van de percelen is de onkruidbestrijding daardoor eigenlijk te laat uitgevoerd.''
Welke gevolgen heeft die late onkruidbestrijding gehad?
,,Uiteindelijk is het allemaal nog redelijk op z'n pootjes terechtgekomen, al zien we wel dat met name de lastige grassen – zoals gladvingergras – weer kans hebben gezien om zich verder uit te breiden. De belangrijkste les van dit seizoen is dus wederom: start op tijd met de onkruidbestrijding en houdt vooral de geadviseerde doseringen aan. Op die manier kunnen we de toenemende onkruiddruk – en dan vooral die van lastige grassen – het beste in toom houden.''
Hoe is de onkruidbestrijding op dit demoveld in Aalten verlopen?
,,We hebben alle objecten al in het 2- tot 3-bladstadium van de maïs gespoten. Het onkruid was toen nog vrij klein, maar wel voldoende ontwikkeld om het goed te kunnen raken. Ook was de grond nog iets vochtig, waardoor de sapstroom van de onkruiden goed op gang was. Hierdoor zijn de middelen goed opgenomen, waardoor de onkruidbestrijding prima gelukt is.''
Wat is je – op het gebied van onkruiden - dit seizoen het meest opgevallen?
,,Dat is vooral de gestage toename van grasachtige onkruiden. En dan heb ik het niet alleen over gladvingergras, maar ook over nieuwe gierstgrassen zoals pluimgierst, draadgierst en Zuid-Afrikaanse gierst. Een groot probleem is dat maar heel weinig telers en loonwerkers deze grassen herkennen. Hierdoor krijgen ze ongemerkt de kans om zich steeds verder te verspreiden. Gierstgrassen kunnen enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Hierdoor kunnen ze zich explosief vermeerderen. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. Wie ze dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf. Telers of loonwerkers die een grasonkruid niet meteen thuis kunnen brengen doen er daarom goed aan om er een deskundige bij te betrekken, zodat er op tijd met een effectieve bestrijding kan worden begonnen.''
Dan de onderzaai van vanggewassen; welke tendensen zijn er op dat vlak?
,,Vanwege de matige ervaringen in de voorgaande twee droge jaren, is er afgelopen seizoen opnieuw minder ondergezaaid. Telers op zand kiezen steeds vaker voor het gemak van vroege rassen (die voor 1 oktober moet worden geoogst, red.), waardoor ze de onzekerheden rondom onderzaai ontlopen. Bovendien doen de vroege rassen het qua opbrengst gewoon goed en is het nazaaien van een groenbemester veel beter stuurbaar, waardoor het ook een goed vanggewas kán worden. Nu we weer een droog jaar achter de rug hebben, verwacht ik dat de tendens van vroege rassen met nazaai alleen maar verder door zal zetten.''
Hoe hebben de ondergezaaide grassen – riezwenk en Engels raaigras – het op het demoveld gedaan?
,,Alle objecten zijn – ondanks de droogte – redelijk goed uit de verf gekomen, al hebben we daarvoor wel twee keer moeten beregenen. Ook hebben we opnieuw gezien dat het middel Laudis prima past in elk teeltsysteem. Zonder onderzaai maakt het de percelen in de volle breedte schoon en heeft het geen wezenlijke invloed op de groei van de maïs. En mét onderzaai kregen we opnieuw de bevestiging dan Laudis mild is voor zowel rietzwenk als raaigrassen, waardoor deze zich voldoende kunnen ontwikkelen totdat de maïs sluit.''
Jullie hebben meerdere middelencombinaties toegepast op het demoveld. Wat viel daarin op?
,,Wat we dit jaar opnieuw gezien hebben is dat het middel Monsoon Active een mooie aanvulling kan zijn op Laudis, met name op lastige onkruiden als haagwinde, kamille en zwaluwtong. Ook biedt het wat extra grassenwerking, onder andere op hanenpoot, naaldaar, kweek en straatgras. Om die reden zetten we komend seizoen vol in op de combinatie van 2,0 l/ha Laudis en 0,5 l/ha Monsoon Active*, aangevuld met Frontier® Optima voor wat extra bodemwerking. Hiermee kan elke maïsteler of loonwerker uit de voeten, met de zekerheid dat het maïsperceel ook écht goed schoon is.''
*Monsoon Active past niet bij directzaai van een vanggewas (samen met het zaaien van de mais). Bij latere onderzaai (2 à 3 weken na onkruidbestrijding) is een dosering tot 0,5 l/ha veilig voor raaigrassen.
Frontier® Optima is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Meer informatie?
Klik op één van de onderstaande logo's voor meer product informatie en aanbevelingen, of neem contact op met uw lokale distributeur en/of adviseur.
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de product informatie.