Bayer Crop Science zet in op biologische alternatieven
Vorige maand heeft Europa zijn politieke doelstelling laten varen om tegen 2030 het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te halveren in de land- en tuinbouw. Desondanks gaan we volgens ons (Bayer Crop Science) wel degelijk die kant op. Door de huidige wetgeving verdwijnen tegen 2030 tot 60 procent van de actieve stoffen, zo blijkt uit berekeningen van CropLife Europe. We zetten daarom in op alternatieven zoals veredeling, digitale tools en biologische middelen, maar vragen ook nadrukkelijk om een stabiel wettelijk kader.
Dit onderwerp is afgelopen week breed uitgemeten in de media, zowel in Nederland als België. Daarbij werd ook onze strategy lead aardappelen en groenten Albert Schirring geinterviewd. Lees hieronder een samenvatting van dit interview dat o.a. verscheen in Trouw (NL) en VILT (BE).
Samenvatting interview:
Ziekte- en plaagbestrijding onder druk
Albert Schirring, strategieleider voor aardappelen en groenten bij Bayer, besprak de uitdagingen waarmee Europese boeren te maken hebben met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen. Hij benadrukte de toenemende beperkingen op actieve stoffen, wat leidt tot een afname van beschikbare middelen om plagen en ziektes effectief te bestrijden. De volgende actieve stof die op het punt staat van de lijst te verdwijnen is die voor ons product Movento, de best verkochte insecticide van Bayer. Voor dit middel zijn weinig biologische of chemische alternatieven voorradig, waarmee we problemen voorzien in bijvoorbeeld grootfruit (perenbladvlo), bloembollen (tulpengalmijt), uien (trips) en kool (wittevlieg).
De verschuiving in de EU-wetgeving alweer een aantal jaren geleden, van een 'risicobeoordeling' naar 'intrinsieke gevaarlijke eigenschappen van een stof’ , heeft geleid tot het geleidelijke verdwijnen van veel synthetische actieve stoffen, waardoor ziekte- en plaagbestrijding moeilijker wordt voor telers.
Kosten-batenanalyse
Schirring benadrukt dat hoewel het aantal biologische actieve stoffen is toegenomen, veel van deze stoffen vergelijkbare werkingsmechanismen hebben, waardoor hun effectiviteit bij het aanpakken van verschillende landbouwuitdagingen wordt beperkt. Hij benadrukt ook de aanzienlijke kosten en uitdagingen die gepaard gaan met het ontwikkelen van nieuwe producten en dringt aan op een grondige kosten-batenanalyse in het regelgevingsproces. De impact van strengere voorschriften is al zichtbaar bijvoorbeeld in Duitsland, waar bepaalde groenten nauwelijks nog beschikbare middelen hebben voor bescherming waardoor telers andere producten gaan telen. Schirring uit zorgen over de mogelijke impact op voedselautonomie en de verschuiving van landbouwgrond naar niet-voedselproductie, zoals mais voor biogas.
Alternatieven
De reactie van Bayer op deze uitdagingen omvat het focussen op alternatieven zoals veredeling, digitale tools en de ontwikkeling van biologische middelen. Schirring benadrukt ook de investering van het bedrijf in duurzame innovatie en toekomstige technologieën, waaronder het gebruik van ‘machine learning’ om de ontwikkeling van effectieve en veilige gewasbeschermingsmiddelen te versnellen.
Stabiel wettelijk kader
Met betrekking tot het EU-beleid benadrukt Schirring de noodzaak van een meer langetermijnwetgevingskader, omdat de ontwikkeling van middelen ook veel jaren vergen, en minder vertraging bij de toelatingsprocedures voor middelen om boeren te voorzien van de noodzakelijke tools voor duurzame landbouw. Hij pleit ook voor een evenwichtige benadering, waarbij zowel biologische als chemische middelen worden gecombineerd voor effectief beheer van plagen en ziekten. Tot slot benadrukt Schirring het belang van het afstemmen van beleidsdoelstellingen op praktische tools, terwijl hij ook positieve verschuivingen in veredelingstechnologieën en het potentieel voor een combinatie van verschillende gewasbeschermingsmethoden om het totale pesticidengebruik te verminderen, erkent.