Producten

Herbicide Atlantis® Star

Algemeen

Atlantis Star wordt zowel via de wortels als door het blad opgenomen en vervolgens door de plant verspreid. Het bevat de werkzame stoffen mesosulfuron-methyl, iodosulfuron-methyl-natrium en thiencarbazone-methyl.

Mesosulfuron-methyl en iodosulfuron-methyl-natrium zijn sulfonylureumverbindingen. Deze werkzame stoffen worden hoofdzakelijk door het blad opgenomen en in mindere mate door de wortels. Thiencarbazone-methyl (TCM) is afkomstig uit de groep van de sulfonyl-amino-carbonyl-triazolinone verbindingen. TCM wordt zowel door de wortels als door de bladeren opgenomen. De werking wordt na enkele dagen zichtbaar in de vorm van het stop zetten van de groei, wat resulteert in necrose van het blad en afsterving van de gehele onkruidplant (na 2-4 weken).

Atlantis Star bestrijdt eenjarige grassen zoals duist, windhalm, dravik, straatgras en raaigrassen, alsook eenjarige breedbladige onkruiden zoals echte kamille, kleefkruid, veelknopigen, ganzevoetsoorten, akkerviooltje, paarse dovenetel, hoenderbeet en ereprijssoorten. Voor detailinformatie betreffende de werking zie de herbiciden app van Bayer Crop Science.
Atlantis Star kan worden toegepast in het voorjaar tot uiterlijk het tweede-knoopstadium (BBCH 32) van het gewas. Over het algemeen zijn onkruiden in een jong stadium het meest gevoelig. Het beste resultaat wordt verkregen als de onkruiden actief groeien.

 

Attentie

De behandeling moet steeds worden uitgevoerd op een gezond gewas, dat niet is verzwakt door ziekten, insecten, gebreksverschijnselen of andere factoren die de normale ontwikkeling van het gewas kunnen verstoren.  

Pas Atlantis Star toe bij groeizaam weer (temperatuur boven de 5°C en luchtvochtigheid hoger dan 60%). Niet toepassen binnen 3 dagen na nachtvorst of als nachtvorst wordt verwacht. Bij voorkeur niet toepassen op een nat gewas.

Atlantis Star moet gecombineerd worden met een veresterde koolzaadolie.
Op een droog gewas vindt de opname van de actieve stof binnen 1-2 uur na toepassing plaats. Regen nadien, beïnvloedt de werking nauwelijks meer.

GEWASSEN
Wintertarwe, winterrogge, triticale, spelt en durum wintertarwe
Dosering: 0,2-0,33 kg/ha + Robbester of Actirob B 1 l/ha

In winterrogge niet meer dan 0,2 kg Atlantis Star per ha toepassen.

Tegen moeilijke duist, dravik, wilde haver en raaigras altijd de hoogste dosering aanhouden.

 

Aanvulling volggewassen

Voor de zaai van kruisbloemige groenbemesters volstaat een oppervlakkige grondbewerking van 10 - 15 cm.

Naast de in het WG aangegeven mogelijke volgewassen kunnen ook cichorei en vlas worden verbouwd als nateelt. Voorafgaand aan deze teelten en die van alle andere gewassen dient een kerende grondbewerking te worden uitgevoerd.

Ongunstige weersomstandigheden, zoals langdurige droogte na toepassing, overvloedige regenval of erosie hebben mogelijk een effect op de snelheid van herbiciden afbraak en daarmee op de hoeveelheid residu in de bodem.

Het risico voor volggewassen kan beperkt worden door het uitvoeren van een kerende grondbewerking, alvorens het volggewas in te zaaien of te planten. De grondbewerking moet zorgen voor een goede menging van grond van verschillende diepte. Iedere vorm van minimale grondbewerking wordt ontraden.

 

Aanvulling vervanggewassen

Bij herinzaai na het mislukken van de teelt, kan naast zomertarwe - mits ook hier een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd - maïs worden verbouwd.

 

Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding

Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen.