Producten

Fungicide Folicur®

Resistentiemanagement:
Dit middel bevat de werkzame stof tebuconazool. Tebuconazool behoort tot de triazolen. De Frac code is 3. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.

TOEGELATEN IN

Akkerbouwgewassen

  • Koolzaad: winter en zomerkoolzaad, incl. raapzaad

Fruitgewassen

  • Appel, peer: incl. Japanse peer
    – Nectria: de meeste aantasting komt in de herfst tot stand, wanneer tijdens de bladval wondjes ontstaan. Pas vanaf 20% bladval 1 á 2 bespuitingen Folicur gecombineerd met een bedekkingsfungicide toe. Folicur werkt zowel preventief als curatief op deze
    schimmel.
    – Stemphylium: pas Folicur na de bloei gecombineerd met een bedekkingsfungicide met een interval van 21 dagen twee keer toe.
  • Kers: zoete kers, zure kers. Pruim
    – Voor de bestrijding van tak- en bloesemsterfte (Monilinia laxa) de eerste bespuiting uitvoeren vlak na het schuiven van de knoppen. De behandeling kort na de bloei herhalen.
    – Voor de bestrijding van vruchtrot (Monilinia laxa, Monilinia fructigena en Botrytis) ongeveer 30 dagen voor de oogst een bespuiting uitvoeren.
    – De bestrijding van roest in pruimen starten zodra de eerste vlekjes worden waargenomen. Deze bespuiting met een interval van 21 dagen herhalen.

Sierteeltgewassen

  • Bloembol- en bloemknolgewassen (onbedekte teelt): vermeerderingsteelt van amaryllis, dahlia, gladiool, hyacint, lelie, narcis, tulp, iris, krokus, overige bloembollen en bloemknollen.
    – In de teelt van tulp, zantedeschia, hyacint, fijnbollige narcis en lelie het middel toepassen vanaf bladvorming (BBCH 12). In de overige bloembol- en bloemknolgewassen het middel toepassen vanaf de bloei
    (BBCH 50).