Fungicide Folicur® Fungicide
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van koolzaad uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.
Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit.
Om de ontwikkeling en verspreiding van azolen-resistente Aspergillus fumigatus zo veel mogelijk te voorkomen is gebruik van dit middel in de teelt van bloembol- en bloemknolgewassen (DTG groep 7.1.1, 7.1.2 en 7.2.2) uitsluitend toegestaan indien organisch restmateriaal wordt verwerkt conform de voorschriften in het protocol ‘Verwerking organisch restmateriaal bloembol- en bloemknolgewassen’, gepubliceerd op de website van het Ctgb
(www.ctgb.nl/azolenprotocol).
Omdat dit protocol aangepast kan worden aan nieuwe inzichten wordt de gebruiker geadviseerd de actuele voorschriften op de website van Ctgb te raadplegen vlak voordat hij begint aan de verwerking van behandeld plantmateriaal waarbij restmateriaal ontstaat.
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H361d:
Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden.P280:
Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.