Producten

Fungicide Folicur®

Toepassingsvoorwaarden
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van appel, peer, kers en pruim uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater het middel verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden.

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van koolzaad uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater  gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
In de teelt van tulp, zantedeschia, hyacinth, fijnbollige narcis en lelie het middel toepassen vanaf bladvorming (BBCH 12). In de overige bloembol- en bloemknolgewassen het middel toepassen vanaf de bloei (BBCH 50).
Opwaartse bespuiting
Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit.

Om de ontwikkeling en verspreiding van azolen-resistente Aspergillus fumigatus zo veel mogelijk te voorkomen is gebruik van dit middel in de teelt van bloembol- en bloemknolgewassen (DTG groep 7.1.1, 7.1.2 en 7.2.2) uitsluitend toegestaan indien organisch restmateriaal wordt verwerkt conform de voorschriften in het protocol ‘Verwerking organisch restmateriaal bloembol- en bloemknolgewassen’, gepubliceerd op de website van het Ctgb
(www.ctgb.nl/azolenprotocol).

Omdat dit protocol aangepast kan worden aan nieuwe inzichten wordt de gebruiker geadviseerd de actuele voorschriften op de website van Ctgb te raadplegen vlak voordat hij begint aan de verwerking van behandeld plantmateriaal waarbij restmateriaal ontstaat.

Overige bijzonderheden
Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
Dit middel bevat de werkzame stof tebuconazool. Tebuconazool behoort tot de triazolen. De Frac code is 3. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H361d:
Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden.
P280:

Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.

P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.