Herbicide Monsoon® Active Herbicide
Driftreducerende maatregelen
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 meter vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen.
Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van de volgende driftreducerende maatregelen:
- éénmalige toepassing met een dosering van 1,5 L product/ha en tweemalige toepassing met een dosering van 1,0 L product/ha: minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop in combinatie met luchtondersteuning of minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 1,25 meter gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij tot aan de perceelsgrens.
- twee maal toepassen met een dosering van 0,75 L product/ha: minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop.
Onder minder gunstige weer omstandigheden kan een tijdelijke gewasreactie optreden kort na de toepassing, maar zonder gevolgen voor de eindopbrengst.
Resistentiemanagement
Monsoon Active bevat de werkzame stoffen foramsulfuron en thiencarbazone-methyl. Foramsulfuron behoort tot de sulfonylureum verbindingen. De HRAC code is B. Thiencarbazone-methyl behoort tot de sulfonyl-amino-carbonyl-triazolinone groep. De HRAC code is ook B. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.
Goed schudden voor gebruik
De formulering van Monsoon Active is een Olie Dispersie (OD). Deze bevat een complex aan hulpstoffen, dat zorgt voor een aantal unieke eigenschappen. Bij dit type formuleringen ontstaat bij het lang bewaren een fase-scheiding. Voor gebruik dient de verpakking daarom omgedraaid en zeer goed geschud te worden.
Vanggewassen
Na de teelt van maïs kunnen de volgende vanggewassen veilig worden ingezaaid: bladkool, bladrammenas, gele mosterd, Japanse haver, Italiaans raaigras, wintergerst, winterrogge en wintertarwe. Voorafgaand aan de inzaai dient altijd eerst een intensieve grondbewerking te worden uitgevoerd.
Vervanggewassen
Bij het mislukken van de teelt kan, na een kerende grondbewerking van 20 cm diep, 1 maand na toepassing opnieuw maïs worden gezaaid en 3 maanden na toepassing kunnen mosterd en luzerne worden gezaaid.
Volggewassen
Na de teelt van maïs, behandeld met Monsoon Active, zijn in het kader van een normale vruchtopvolging de volgende teelten mogelijk (na een intensieve grondbewerking van minimaal 20 cm diep, bijv. ploegen of roterend spitten): winter- en zomertarwe, winter- en zomergerst, triticale, droog te oogsten erwten, vlas, zonnebloem, maïs, suikerbiet, aardappel, sperzieboon, sorghum en sojaboon.
Aanvulling volggewassen
Rotatie beperkingen zijn gebaseerd op veldstudies welke zijn uitgevoerd onder normale klimaat-omstandigheden. Ongunstige weersomstandigheden, zoals langdurige droogte na toepassing, overvloedige regenval of erosie hebben mogelijk een effect op de snelheid van herbiciden afbraak en daarmee op de hoeveelheid residu in de bodem.
In deze gevallen kan het risico voor volggewassen beperkt worden door het uitvoeren van een kerende grondbewerking, alvorens het volggewas in te zaaien of te planten. De grondbewerking moet zorgen voor een goede menging van grond van verschillende diepte. Iedere vorm van minimale grondbewerking onder zulke omstandigheden wordt ontraden.
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H304:
Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.H318:
Veroorzaakt ernstig oogletsel.H335:
Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken.H351:
Verdacht van het veroorzaken van kanker.H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.P261:
Inademing van stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel vermijden.P280:
Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.
P301+P310:
NA INSLIKKEN: onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of arts raadplegenP305+P351+P338+P310:
BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM/arts raadplegen